De onderschatte parel van België
Tournai, ook wel Doornik in het Vlaams, ligt in het westen van de provincie Henegouwen aan de Schelde en is een van de oudste steden van België. Wij bezochten deze stad om voor jou de leukste tips te verzamelen voor jouw stedentrip. Wat maakt het zo een aanrader? Het is een stad waar zich veel geschiedenis heeft afgespeeld, er zijn veel vintage shops en winkels om in rond te neuzen en je kunt er heerlijk eten. Wij hebben niet meer nodig om met een glimlach op ons gezicht rond te lopen. Lees hier ons verslag.
Vanuit Charleroi reizen we met de auto westwaarts richting Tournai. Er is geen wolkje aan de lucht te zien en de warmte van de zon verwelkomt ons wanneer we onze auto parkeren bij het hotel, waar onze stadsgids ons al opwacht bij de receptie. Veel tijd om bij te komen hebben we niet, want het aanstekelijke enthousiasme van de gids en de fonkeling in zijn ogen vertelt ons dat er heel wat moois op ons te wachten staat en hij neems ons mee.
Doornikse steen
Hoewel Tournai de eerste bevrijde stad was van de Tweede Wereldoorlog, heeft de stad er veel onder te lijden gehad, vertelt onze gids. Bijna het hele centrum werd platgebombardeerd, maar dat weerhield de stad er niet van alle huizen en panden in de jaren ’50 weer te renoveren. Dat deden ze in de oude stijl, met oorspronkelijke materialen zoals de Doornikse steen. Dit zwartblauwe kalksteensoort wordt in deze omgeving gewonnen en werd gebruik bij de bouw van bijna alle panden, kerken en gebouwen die we passeren. Via het
Rode Fort lopen we door wat kleine steegjes tot we uitkomen op de
Grand-Place, het centrale plein van de stad. We stuiten op een gezellige zaterdagmarkt en zien locals de kraampjes afstruinen, op zoek naar vintage items of leuke hebbedingetjes.
Charmante binnenstad
De Grand-Place was vroeger al een belangrijke ontmoetingsplek voor de inwoners van Tournai, en dat is het nog steeds. Rondom de fontein zien we allemaal gezellige barretjes, restaurants en cafés met grootse terrassen waar locals en toeristen zich tegoed doen aan een kopje
koffie of lunch. Via het plein wandelen we verder door de charmante binnenstad richting de
Onze-Lieve-Vrouwenkathedraal. De kerk heeft zowel een Romaanse als Gotische stijl, een loden dak en prachtige glas in lood-ramen. Samen met het
Belfort staat deze kerk op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, die de stad een sprookjesachtig tintje geven.
Cultuur snuiven
Na dit stukje geschiedenis is het tijd voor wat cultuur en gelukkig heeft Tournai het juiste aanbod aan verschillende
musea die ons daar van alles over vertellen. Terwijl we door de groene tuinen van het stadhuis wandelen zien we in de verte het
Musée des Beaux-Arts al staan, een werkelijk prachtig pand die erg afwijkt van de rest van de architectuur van Tournai. De oude, Griekse zuilen aan de voorzijde vormt een sterk contrast met het moderne interieur. Naast schilderijen van Monet en Van Gogh bewonderen we ook werken van lokale kunstenaars, die een speciale plek hebben gekregen in de collectie. Ook erg leuk is het
natuurhistorisch museum dat tegenover het Musée des Beaux-Arts ligt, waar we tal van opgezette dieren bewonderen als leeuwen, vissen, apen en zelfs olifanten en giraffen.
Markten en vintagewinkels
Naast de zaterdagmarkt op de Grand-Place vinden er gedurende de week
drie andere markten plaats in Tournai: op Place de Lille, Place Crombez en op Quai du Marché au Poisson. Mijn hart gaat pas echt sneller kloppen bij het zien van de vele vintage- en kledingwinkeltjes die Tournai bezit. Voordat we de Schelde oversteken en onze gids afscheid van ons neemt, laat hij ons zien hoe goed je vanaf de brug het verschil kunt zien tussen het ‘oude’ en ‘moderne’ stadsdeel: aan de linkeroever van de Schelde, waar Tournai is ontstaan, staan met name Doornikse huizen terwijl die aan de andere kant geheel ontbreken.
Trendy tapas
Omdat onze magen beginnen te rammelen, besluiten we aan de overkant van de Schelde neer te ploffen bij een fantastisch uitziend tapasrestaurantje:
Corto Malté. Locals zitten hier in het zonnetje te genieten van een glas witte wijn terwijl de plankjes met kleine, Spaanse gerechtjes vrolijk de tafeltjes sieren. De vriendelijke prijzen en de levendige sfeer zijn alleen maar pluspunten voor dit leuke tentje, die ook nog een heerlijk uitzicht op de Schelde biedt. Wanneer onze magen gevuld zijn lopen we langs de Schelde door tot aan de
Pont des Trous, een
bezienswaardigheid die we volgens onze gids niet mochten missen. Samen met de
Hendrik VIII-toren is dit een overblijfsel van het grote kasteel van HendriK VIII Tudor. De militaire brug hoorde bij de stadsmuur, die ervoor zorgde dat men minder makkelijk de stad kon betreden.
Een van de bezienswaaridgheden in Tournai is de Pont des Trous | ©iStock - vadimnefedov
Locals favoriet
Nadat we ons hebben opgefrist in het hotel en we genoten hebben van een biertje op het terras op de Grand-Place, wandelen we richting het
restaurant die vooral door de locals van Tournai erg gewaardeerd wordt. Hoewel de buitenkant van dit restaurantje niet echt heel aantrekkelijk is, weten we zodra we een stap binnen hebben gezet dat we op de juiste plek terecht zijn gekomen.
l’Arche de Noé heeft een prachtige setting, met mooi gedimde lichten en kaarsen en het vriendelijke personeel voorziet ons direct van een tafeltje. Terwijl het restaurant tegen zevenen langzaam volloopt, genieten wij van onder meer van heerlijke garnalencocktails, sea food risotto en eendenborstfilet. De muziek en cocktails van de bars op Marché aux Poissons om de hoek wachten op ons en weten we het zeker: Tournai is absoluut de onderschatte parel van onze zuiderburen.
Hierboven lees je slechts een greep uit onze tips voor jouw stedentrip naar Tournai.
Kijk hier voor de complete stadsgids!
